Ik ben die Marokkaan niet!
Er verschijnen op dit moment meerdere studies over Marokkaanse-Nederlanders. Dat is niet toevallig. Zij zijn onderwerp van menig publieke discussie én het is een groep die hard op weg is een plek in de Nederlandse samenleving te bevechten.
In het proefschrift ‘ik ben die Marokkaan niet’[1] is onderzoek gedaan naar de identiteitsvorming van Marokkaans-Nederlandse HBO-studenten met name in relatie tot de minderhedenpolitiek, de eigen etnische gemeenschap en het onderwijs.
De invloed van de minderhedenpolitiek.
Na de aanslagen van 11 september 2001, veranderde het debat over integratie. De opvatting over wat integratie is is aan het verschuiven. Waar voorheen de nadruk lag op inpassing met behoud van eigen culturele en etnische identiteit, ligt nu de nadruk op individuele verantwoordelijkheid voor participatie. Ook in deze verschuiving blijven migranten vooral gezien worden als een afwijkende ‘probleemgroep’. Het einde van de multiculturele samenleving wordt aangekondigd, verschillen tussen groepen worden als onoverbrugbaar gezien en op migranten (m.n. moslims) wordt steeds meer afwijzend gereageerd. Er wordt een stevig pleidooi gehouden om je in negatieve bewoording over migranten te mogen uiten. De onderzochte migrantenstudenten hebben het idee dat er vooral voor en over hen gesproken wordt en dat ze zelf over weinig mogelijkheden beschikken om het negatieve beeld dat over Marokkanen bestaat te corrigeren. Ze voelen zich daardoor kwetsbaar. Ze ervaren dat ze ondanks hun pogingen te integreren in de Nederlandse samenleving toch steeds gezien worden als ‘die Marokkaan’ of ‘Moslim’ met alle negatieve beeldvorming van dien en ontwikkelen daardoor een ambivalente houding naar de Nederlandse samenleving.
De eigen etnische gemeenschap
is voor de migranten het belangrijkste veld waar vanuit de identiteit ontwikkeld wordt. Het is het ankerpunt waar vanuit ze in de samenleving functioneren. Binnen de eigen groep is het belangrijk succesvol te zijn en succes uit te stralen en tegelijkertijd te voldoen aan de opvattingen van de groep en bijvoorbeeld de culturele tradities te behouden. Vaak levert dit tegenstrijdigheden op onder andere omdat de tradities en succes in de Nederlandse samenleving niet altijd samengaan. Alhoewel de etnische gemeenschap erg dwingend aanwezig kan zijn kunnen de studenten, anders dan in het politieke veld, wel een eigen actieve rol spelen. Studenten die de eigen culturele en godsdienstige identiteit in de gemeenschap sterk naar voren te laten komen verwerven zich, door het vertrouwen dat ze daardoor krijgen, meer vrijheid om in de samenleving te functioneren. Bijvoorbeeld het dragen van een hoofddoek, door de Nederlanders vaak als onderdrukkend bestempeld, kan juist vrouwen vrijheid en veiligheid bieden.
De invloed van het hoger onderwijs.
Het onderwijs is een belangrijke brug naar de Nederlandse samenleving. Marokkaanse studenten zijn bezig met een opmars in het onderwijs. Er zijn echter ook een aantal belemmeringen. Marokkaanse-Nederlanders beschikken veelal over een beperkt economisch (financiële middelen), sociaal (relaties en netwerken), cultureel (studievaardigheden) en symbolisch kapitaal (prestige, waardoor minder van hen wordt verwacht). Ze zijn eerste generatiesprinters waardoor er weinig praktische steun in de eigen gemeenschap is en ze sterk op zichzelf zijn aangewezen. Door de negatieve maatschappelijke beeldvorming voelen ze zich ook in het onderwijs vooral ‘Marokkaan’ of ‘Moslim’, een opgelegde identiteit waaraan ze zich graag willen maar moeilijk kunnen onttrekken.
Marokkaan, Moslim én Nederlander.
De onderzoeker concludeert dat Marokkaans-Nederlandse studenten met tegenstellingen worstelen. Ze hebben een grote ‘drang’ om bij de Nederlandse samenleving te horen en tegelijkertijd hun achtergrond niet te verloochenen. Ze kunnen hun achtergrond onder andere niet loslaten omdat ze in Nederland niet als Nederlanders geaccepteerd worden en alleen de thuishaven dus veiligheid biedt. Of zoals één van de studentes het omschreef: “als ik me tegen mijn ouders afzet en uitsluitend mijn eigen keuzes maak, bij wie voel ik me dan nog thuis?” Voor een evenwichtige identiteitsvorming van Marokkaanse-Nederlanders (en voor al die andere etnische groepen) is het belangrijk dat zij alles mogen zijn. Marokkaan, moslim én Nederlander.
[1] Ik ben die Marokkaan niet!, onderzoek naar identiteitsvorming van Marokkaans-Nederlandse HBO-studenten, Machteld de jong, VU University press, 2012