Racisme, bestaat dat nog in Nederland?

“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”, artikel 1 van de grondwet.

 

Artikel 1 van de grondwet is geen holle frase in Nederland. Dat bleek uit de commotie die ontstond toen eerst Pim Fortuyn, en later Geert Wilders, voorstelde om dit grondwetsartikel te wijzigen. De overgrote meerderheid van de Nederlanders hecht aan dit artikel. Discriminatie is dus bij wet verboden en veel Nederlanders staan daarachter. Eerlijkheid en rechtvaardigheid staan hoog in het vaandel bij Nederlanders. Toch ervaart bijna de helft van de biculturele Nederlanders regelmatig discriminatie. Hoe kan het dat een overgrote meerderheid van de Nederlanders tegen discriminatie is terwijl zoveel biculturelen ervaringen hebben met discriminatie? Zijn biculturele  Nederlanders overgevoelig, zuigen ze discriminerende ervaringen uit hun duim of discrimineert alleen dat kleine groepje Nederlanders dat discriminatie oké vindt of… zien we iets over het hoofd?

Dit artikel maakt inzichtelijk hoe onbewust, onbedoeld en ongewild discriminatie toch plaats kan vinden, ondanks alle goede wil.

 

‘Hetzelfde behandelen’

Het eerste probleem zit ‘m in dat “gelijke behandeling in gelijke gevallen”. Nederlanders doen over het algemeen heel erg hun best om mensen ‘gelijk te behandelen’. De waarden ‘eerlijkheid’ en ‘rechtvaardigheid’ helpen daarbij. In de praktijk komt het er echter op neer dat ‘gelijke behandeling’ opgevat wordt als ‘hetzelfde behandelen’. Gelijke behandeling dus, terwijl de gevallen niet gelijk zijn.

 

Eigentijdse vormen van racisme

Op de tweede plaats hanteren we een ouderwetse definitie van wat discriminatie is, in dit geval racisme. We hebben bij het woord racisme nog de oude beelden van vroeger voor de geest, waarin zwarte mensen wreed, gewelddadig, respectloos en onbeschoft behandeld werden. Die vormen van racisme komen inderdaad in Nederland steeds minder voor. Daar zijn echter eigentijdse vormen van racisme voor in de plaats gekomen. Het hedendaags racisme heeft meer subtiele; culturele en religieuze vormen aangenomen. Zo wordt (veronderstelde) inferioriteit niet meer per definitie verbonden aan bepaalde etnische groepen, maar wordt het verbonden aan (veronderstelde) achterstand en (veronderstelde) cultuurverschillen. Soms wordt cultuur van ‘anderen’ zelfs achterlijk genoemd. De focus van racisme en discriminatie is verschoven van uiterlijke kenmerken (zwart-zijn) naar gedrag, het al dan niet voldoende aangepast en ingeburgerd zijn.

 

‘Het is niet zo bedoeld’

Ten derde geven autochtone Nederlanders en biculturele Nederlanders veelal een verschillende invulling aan wat racistisch is. Zo gaan autochtone Nederlanders er vanuit dat iets racistisch is als het ook zo bedoeld is. Dus als men bewust en intentioneel racistisch is. Daarom brengt men in een discussie ook vaak naar voren “dat het niet zo bedoeld is” en dan lijkt de kous af. Voor biculturele Nederlanders is dan de kous echter niet af. Zij gaan er vanuit, en de wetgeving ondersteunt hen daarin, dat ook als iets niet racistisch bedoeld is, het onbedoeld toch racisme kan zijn. Zo kunnen grapjes of opmerkingen niet racistisch bedoeld zijn, maar dat toch zijn.

 

Hoe ziet ‘hedendaags’ racisme er dan concreet uit?

In de vorm die racisme aanneemt, is de laatste vijftig jaar veel veranderd. Het ‘hedendaags’ racisme keurt de traditionele vormen van racisme af (kwaadaardige haat, geweld en beledigingen) maar herkent moderne vormen (subtiele en alledaagse bejegeningen en uitsluiting) niet als zodanig en gaat er daarom vanuit dat racisme verleden tijd is. Omdat men tegen (traditioneel) racisme is, meent men vaak zelf geen vooroordelen te hebben en dit standpunt wordt met verve verdedigd. Het van racisme beschuldigd worden, wordt in Nederland als een ernstige aantijging opgevat, die te vuur en te zwaard bestreden wordt. Hierdoor onderzoekt men niet meer of de aantijging misschien toch terecht of gedeeltelijk terecht is. Het gevolg is dat veel biculturele Nederlanders wel uitkijken om iemand van racisme te betichten en dus hun mond houden.

 

 

Afstand en vermijding

Het hedendaags racisme gaat er verder vanuit dat etnische groepen gelijke kansen hebben en dat bijvoorbeeld positieve actie en voorkeursbehandeling oneerlijk is en autochtone Nederlanders discrimineert. Men vindt ook dat biculturelen te hoge eisen stellen en te snel volledige gelijkheid willen, terwijl er volgens het hedendaags racisme nog achterstand is. In deze tijd zijn de gevoelens jegens biculturele mensen vaak dus niet vijandig en haatdragend, maar wel ongemakkelijk,  onverschillig, vermijdend, voorzichtig en soms juist met overdreven waardering. Afstand en vermijding, subtiele vormen van uitsluiting en onderwaardering in de routine van alledag, zijn dus eerder de moderne uitingsvormen van racisme dan grove belediging en openlijke afwijzing. Eigenlijk is het woord racisme al taboe en hebben we het liever over discriminatie, maar nog liever over de meer neutrale woorden vooroordelen of beeldvorming. Toch laat ook de moderne vorm van alledaagse discriminatie diepe sporen na en heeft een diepgaande invloed op de persoonlijke en economische kansen van biculturele Nederlanders.

Drie redeneringen die het mogelijk maken dat autochtone Nederlanders menen niet te discrimineren en dat racisme in Nederland verleden tijd is, terwijl biculturele Nederlanders wel discriminatie en racisme ervaren.

  • ‘Gelijke behandeling’ wordt opgevat als ‘hetzelfde behandelen’, waardoor mensen die verschillend zijn ‘hetzelfde’ behandeld worden en er geen rekening wordt gehouden met verschillen.
  • Het moderne racisme wordt niet herkend omdat men nog het beeld van het traditioneel racisme voor ogen heeft. Als er alleen vanuit wordt gegaan dat racisme bewust en bedoeld is, ziet men het onbewuste en onbedoelde racisme over het hoofd.