Aanpassen of integreren? That’s the question!

Nederland is een multiculturele samenleving, dat is een voldongen feit. Maar wat betekent dat precies en wat is er voor nodig om zo’n samenleving te doen slagen? Van wie mogen en kunnen we wat verwachten?

Het minderhedenbeleid in Nederland is gebaseerd op integratie. Als we het woord integratie in Van Dale opzoeken vinden we: “het gelijkwaardig opnemen van een bevolkingsgroep”. Maar hoe neem je een bevolkingsgroep gelijkwaardig op? De gelijkwaardigheid suggereert dat het van beide kanten moet komen. En de meeste Nederlanders beamen dit ook als je er naar vraagt.

Aan wie worden de eisen gesteld?

Als je dan echter nader ingaat op wat daarvoor concreet moet gebeuren dan lijken de meeste -zo niet alle- eisen aan biculturele Nederlanders te worden gesteld en niet aan de autochtone Nederlanders. Zelfs in het overheidsbeleid zien we dat terug. Zo definieert het Centraal Cultureel Planbureau integratie als: “de mate waarin de etnische minderheden gangbare waarden en normen van de Nederlandse samenleving delen en de mate van contact met autochtonen onderhouden”. Een formulering die meer lijkt op assimilatie (synoniem voor aanpassing, Van Dale), dan op integratie, omdat het alleen iets vraagt van minderheden.

Extra verwarrend is dit omdat als biculturele burgers zich zoveel mogelijk aanpassen en de Nederlandse gewoontes helemaal overnemen, zij toch als buitenlanders; allochtonen, gezien blijven worden.

Wat willen we nu eigenlijk: integratie of assimilatie?

We zetten daarvoor de beide begrippen nog eens goed naast elkaar en gebruiken daarvoor de twee belangrijkste elementen: cultuur en contact, die daar iets over zeggen. Of te wel:

  1. hoeveel van de eigen cultuur blijft wel of niet behouden
  2. hoeveel contact is er met de meerderheidsgroep

Schematisch kun je dat als volgt zien:
Behoud van de eigen cultuur         contact met de andere cultuur

integratie:     ja                                                      ja

assimilatie:  nee                                                    ja

Als je de beide mogelijkheden voorlegt aan biculturele en autochtone Nederlanders, dan zie je dat in veel gevallen biculturelen vaker kiezen voor integratie (behoud van eigen cultuur én goed contact met de andere groep), terwijl autochtone Nederlanders vaker kiezen voor assimilatie (contact met de ander met overnemen van de Nederlandse cultuur en loslaten van eigen cultuur).

 

Duale identiteit

Een van de redenen dat Nederlanders voorkeur hebben voor assimilatie (volledig aanpassen) is dat men bang is dat biculturelen die ook de eigen cultuur behouden zich niet voldoende verbinden met Nederland. Diverse onderzoeken laten echter zien dat het heel goed mogelijk is om je zowel te identificeren met je eigen cultuur als met de Nederlandse cultuur. Biculturele Nederlanders die zich ook blijven identificeren met de eigen cultuur blijken zelfs meer sociaal vertrouwen te hebben in de Nederlandse samenleving dan zij die de eigen cultuur afzweren.

 

Eigenheid én verbondenheid?

Elke overheid is verplicht om de mensenrechten van minderheden in eigen land te beschermen.

Dit uitgangspunt van diversiteitsbeleid houdt tevens in dat de meerderheidsgroep bereid is de ‘ander’ te accepteren in zowel de eigenheid als de wens zich te verbinden met de meerderheid. Het begrip ‘inclusion’: de ruimte in de organisatie voor diversiteit, het niet buitensluiten van mensen die ‘anders’ zijn en het benutten van hun talenten, geeft hier vorm aan.